Roadtrip Spanje (Andalusie)

Roadtrip Spanje (Andalusie)

Dag 1 – Vrijdag 19 april 2019 [Brussel Charleroi -> Sevilla -> Almadén de la Plata]

In navolging van de railroadtrip van 2018 in Italië werd besloten deze meivakantie met zijn zessen opnieuw een zuid-Europees land aan te doen. In eerste instantie was het idee om weer te gaan treinen, in Spanje. We boekten een vlucht naar Sevilla, maar een blik op de spoorwegkaart van Andalusië deed ons alsnog besluiten een auto te huren. Of… “een” auto..? Na het lezen van ontelbare (angstaanjagende…) reviews van autoverhuurders in Sevilla leek het ons beter iets via de ANWB te huren. En aangezien we langs die weg geen minivan voor zes personen konden krijgen, rijden we nu met twee kleine autootjes door het Spaanse land.

Dag 1 verloopt voorspoedig. Geen vertragingen, alles van een leien dakkie. Het is tegen vieren in de middag als we arriveren op ons eerste adres in Almadén de la Plata, een klein uur ten noorden van Sevilla. We worden ontvangen door Raissa, een juriste die het huis jaren heeft bewoond en er kantoor heeft gehouden, maar enige tijd geleden uit dit plattelandsdorp is weggetrokken naar Sevilla. Haar Casa Secretaire verhuurt ze sinds kort als AirBnB. En we zijn blij dat ze dat doet. Omdat het paasweekend is blijkt het vrijwel onmogelijk betaalbare accommodatie in Sevilla te vinden en dit is een fantastische overnachtingsplek. Het grote huis is meer dan een eeuw oud en herbergt geheimzinnige deurtjes en hoekjes. Achter een deur in de servieskast gaat een slaapkamertje schuil. In de patio groeien sinaasappel- en citroenbomen en de woonkeuken wordt verwarmd door een houtkachel, die we voeren met blokken hout uit de oude stal in de achtertuin. Als we geïnstalleerd zijn merken we dat we honger hebben en lopen naar het tapasretaurantje aan het einde van de straat. Op weg daar naartoe bewonderen we de ooievaarsnesten op de klokkentoren van het witte kerkje. In gebarentaal laat het meisje achter de bar van het restaurant ons weten dat er pas eten wordt geserveerd na 20:00u. Oh ja.. we zijn in Spanje. Hierop maken we in de keuken van de Casa noodels met aubergine, courgette en olijven uit de pot die we vinden in de pantry. Raissa heeft voor ons een fles tafelbier koud gezet en dat gaat er wel in bij de mamma’s na zo een dag.

Na het eten maken we een avondwandeling, lees: in de regen! Terwijl in Nederland de mussen van het dak vallen is het hier wisselvallig en 15 graden. Voordeel is wel dat alles buiten heerlijk geurt, van de meidoorn tot de rotsachtige bodem. Terug in het huis stoken we de haard op, hangen onze jassen te drogen en wachten op het balkon tot de processie voorbij trekt (goede vrijdag!). Morgen staat uitslapen op het programma. En een wandeling richting de paarden in de buurt, Lizzie kan het toch niet laten.

Welterusten!

Bekijk ook de vlog van de TJD Neven:

 

Dag 2 – Zaterdag 20 april & Dag 3 – Zondag 21 april [Almadén de la Plata -> El Chorro]

Het is tegen 8u als we wakker worden. We zijn allemaal nog moe van de reis en het is pas begin van de middag als we aan onze wandeling beginnen. De paarden laten we toch maar links liggen en we lopen richting de rivier, die zo’n 4 km verderop stroomt. De kinderen willen graag zwemmen en wij benijden ze niet, aangezien het bewolkt is en slechts een graad of 15. De wandeling is mooi, we lopen door het natuurgebied en als de rivier zich aandient liggen de kinderen er binnen no-time in. De een wat sneller dan de ander…

De terugweg is veel langer. Of líjkt langer omdat we over de weg heuvelopwaarts lopen. Als we terug zijn in het grote huis is het chilltijd en hangen we achter iPads, liggen in bad of maken boterhammen met queso semicurado van een lokale boer. Het tapasrestaurant is nog steeds pas om 20u open en als het zover is zijn we van de partij. De jongens hebben wat Spaans geleerd op school, maar we krijgen het niet voor elkaar de kaart te vertalen. Met wat gebaren en Google translate vragen we de jongen die ons bedient om gewoon random wat op tafel te zetten voor zes personen en dat bevalt goed, met name de kroketjes die zowel uit rund- als konijnenvlees kunnen bestaan… we zullen er nooit achter komen. We begrijpen overigens dat deze jongen zijn verloofde uit Veere komt, dus het is bijna als thuiskomen 😉

Zondagochtend ontbijten we gezamenlijk in de eetkamer van de casa, pakken we onze koffers en verlaten het geweldige huis om richting El Chorro te vertrekken. Een autorit van ongeveer 3 uur. Als we het Nationale Park binnenrijden kijken we onze ogen uit. We kennen natuurlijk de Ardennen wel en ook bergen in het zuiden van Frankrijk, maar dit is toch wel andere koek. We hebben van onze host Susan van HomeAway een adres doorgekregen, maar aangezien er maar één weg is die omhoog de berg op kronkelt is het niet moeilijk te herkennen in wat we zagen op Google Earth. In de cottage is niemand aanwezig, maar Susan heeft ons laten weten dat de sleutel in de deur zit. En dus kunnen we naar binnen en ons installeren in het schattige kleine huisje op de steile berghelling. Tot grote vreugde van de kinderen is er een zwembad in de tuin en het duurt dan ook niet lang voor ze erin liggen te spartelen.

Morgen staat er een ochtend klimmen op het programma. Voor dinsdag gaan we proberen tickets te bemachtigen voor het beroemde Caminito del Rey: tot voor kort het gevaarlijkste wandelpad ter wereld. Welterusten oma! 😉

Bekijk ook de vlog van de TJD Neven:

 

Dag 4 – Maandag 22 april [El Chorro]

Je hoeft de diepte niet in om de wereld te begrijpen

Maar klim zo hoog als je kan en overzie het dan, er valt zoveel te kijken.

Ik zal je geven wat ik kan, wees maar moedig, wees maar bang.

(Blof)

In gezelschap van onze gids Alex brengt Juan van Finca la Campana ons in zijn 4WD naar een steile rotswand, twee kilometer bergopwaarts. Daar gaat Alex ons de fijne kneepjes van het klimmersvak bijbrengen. De kinderen hebben nog nooit zoiets meegemaakt en we vonden dat als je in zo een beroemd klimmersgebied verblijft, je ten minste een keer tegen zo’n wand omhoog moet. Het is leuk, maar intensief. Het vraagt iets van doorzettingsvermogen en het is genieten om te zien hoe de kinderen de grenzen opzoeken van wat ze nog wel durven of kunnen en wat niet. En hoe ze deze verleggen en doorzetten en tot het eind gaan of besluiten dat het hoog genoeg is en dan abseilen. Een stuk wijzer zetten we de wandeling naar beneden in, door de naaldbossen, met hier en daar weer een prachtig uitzicht over de rotsformaties. Het blijft indrukwekkend.

Het is halverwege de middag als we hongerig in La Casita Blanca terugkomen. We warmen de pasta van de avond ervoor op en smikkelen onze buikjes rond om de rest van de middag niks meer te doen dan zwemmen en uitrusten. ’s Avonds vroeg naar bed want morgen: Caminito del Rey-poging.

Bekijk ook de vlog van de TJD Neven:

 

Dag 5 – dinsdag 23 april [El Chorro]

We staan vroeg op. Zowel Alex als Susan hebben ons aangeraden om half 9 voor de deur van de ticket office te gaan staan om de drukte voor te zijn. Als we bij de parking arriveren komt de regen met bakken naar beneden en blijkt dat we nog 2.7 km moeten lopen om bij de ingang te komen. Eenmaal daar aanbeland is het een drukte van belang en krijgen we de boodschap dat ze om 10u zullen kijken of het pad vanwege de hevige regenval wel begaanbaar is. We besluiten terug te keren naar de auto en het morgen nog een keer te proberen. Bij de ingang vertelt een Iers stel ons dat er via een donkere tunnel (zaklamp/mobieltje mee!) ook een kortere wandelroute naar de ingang is. We weten nu meer, we zullen er vroeger zijn en meer vooraan proberen te staan…

Marije rijdt met de kinderen terug naar El Chorro, ik sla af richting Ardales om boodschappen in te slaan voor het avondeten en proviand voor morgen. Rond het middaguur klaart het op en is het uit de wind en in de zon zelfs te warm om te zitten. Dankbaar laten we onze kleren en schoenen drogen.

 

Dag 6 – Woensdag 24 april [El chorro -> Granada]

We gaan een nieuwe poging wagen om kaartjes voor de Caminito del Rey te scoren. Gisteravond hebben we onze koffers al gepakt en vanmorgen staan we nóg vroeger op dan gisteren. Het is rond achten als we bij de Acceso Norte aankomen, waar uiteraard nog genoeg ruimte is om de auto’s kwijt te kunnen. Jonathan en Tijm vinden dat we geen seconde te verliezen hebben en verdwijnen alvast rennend in de donkere tunnel die leidt naar naar het pad richting de ingang. Als we bij de ingang aankomen heeft zich al een handjevol mensen verzameld in de no-ticket line, maar we zien al in een oogopslag dat het hem vandaag gaat worden. We mogen zelfs al eerder voorbij het hek dan de mensen die hebben gereserveerd. Bij de kassa nog even een spannend moment: Het internet ligt eruit, dus pinbetalingen zijn niet mogelijk. Gelukkig tovert Marije nog een paar bankbiljetten uit een geheim vakje tevoorschijn en kunnen we de kaartjes à tien euro per persoon betalen.

De Caminito is een wonderschone wandeling en absoluut de moeite waard. Een aantal jaar geleden was het nog het gevaarlijkste pad ter wereld (er vielen regelmatig mensen te pletter) en werd het gesloten, maar het is gerenoveerd en in 2015 opnieuw opengesteld. Leuk detail is dat er dit jaar een tekst over in de eindtoets van groep 8 zat, die door alledrie de jongens is gemaakt. Ik zou het iedereen die van wandelen houdt van harte aanraden dit pad te lopen. Als je erge last van hoogtevrees hebt zou ik alleen wel twee keer nadenken…

Als we in El Chorro aankomen nemen we de shuttlebus terug naar het startpunt en stappen in de auto om richting ons nieuwe verblijf in Granada te rijden. We hebben een paar dagen eerder de kinderen beloofd dat als we in Granada zijn, we bij de Mac gaan eten. De dichtstbijzijnde is een half uur te voet, maar ondanks de vele stappen van vanmorgen hebben ze het er alle vier voor over. De mamma’s volgen… een McFlurry Caja Roja in het vooruitzicht doet ook hen een stapje harder lopen 😉

 

 

Bekijk ook de vlogs van de TJD Neven:

 

Dag 7 – Donderdag 25 april [Granada]

Als we wakker worden leert een blik uit het raam ons dat het buiten bewolkt en grauw is. Dit weer nodigt niet echt uit om de stad in te gaan. Als het goed is klaart het na de middag enigszins op en dat is wanneer we de wandeling richting het Alhambra inzetten. Onderweg kopen we alvast wat souvenirtjes in een van de vele winkeltjes. Toen we een paar weken geleden kaartjes wilden kopen voor het Alhambra bleek dat al lang uitverkocht. We hebben toen verder geen moeite gedaan om er toch te bemachtigen. Dat maakt dat we er niet naar binnen kunnen en het voor nu dus verder overslaan. Eerlijk gezegd trekken we de drukte van de stad niet meer zo. De auto’s, de stinkende bussen en de rijen mensen voor bezienswaardigheden. Het is niet ons ding. Morgen vertrekken we in zuid-westelijke richting om ons een paar dagen terug te trekken in een berghut in Jubrique. Geen wifi, alleen bos en vogeltjes om naar te luisteren. Dat wordt afkicken voor de jeugd…

 

Dag 8 – Vrijdag 26 april [Granada -> Jubrique]

Als we voor de eerste keer de zon zien doorkomen in Granada is het net tijd om te stad te verlaten. Ik vind het jammer. Voorafgaand aan de reis hebben verschillende mensen Granada geroemd om haar schoonheid, architectuur en gezellige barretjes. Wij hebben vooral regen, bewolking, uitlaatgassen en de Mac gezien. Dat vraagt om ooit-een-keer-terugkomen… een romantisch stedentripje voor twee misschien [hint ;-)].

Op weg naar Jubrique maken we een tussenstop in Ronda. Gezien het groot aantal Japanners moet dit wel echt iets bijzonders zijn. Het oude stadje is doorkliefd door een diepe kloof, waarover een brug is gebouwd. We wandelen over de oude vesting en door de steile straatjes. De zon die we tot nu toe zo hebben gemist is hier volop aanwezig.


Het is tegen vijven als we onze host ontmoeten in Jubrique. Zij waarschuwt ons voor de steile toegangsweg naar het huisje: Vanwege de vele regen verkeert deze in slechte staat. Het is de doen voor een standaard personenauto, maar wat je ook doet: 1e versnelling, gas geven en niet stilstaan. Aangezien ik nog een kleine bijna-dood-ervaring in Griekenland vorig jaar op mijn netvlies heb, sta ik niet echt te springen. Maar we gaan het gewoon doen en het lukt.

Het hutje voorziet zichzelf van stroom door een zonnepaneel op het dak, we moeten zuinig zijn met de verlichting. Er is geen verwarming, behalve de open haard beneden in de woonkeuken en een houtkachel boven in de woonkamer. De kinderen krijgen dus één opdracht: hout sprokkelen.

’s Avonds kunnen we douchen onder een dun straaltje water en steken we kaarsen en de kachel aan in de woonkamer om op te warmen. We zijn allemaal moe en als we liggen zijn we zo vertrokken.

 

Dag 9 – Zaterdag 27 april [Jubrique]

De kinderen gaan op avontuur in de bossen rond het huisje. Ze hebben een verlaten gastenverblijfje gevonden en een vervallen betonnen bak die ooit dienst gedaan heeft als zwembad. Ondanks dat we vanuit het huis het riviertje in het dal kunnen horen stromen, is het onmogelijk er te komen. Het stuk bos is onbegaanbaar door de doornstruiken en de grote hoogteverschillen. De kinderen proberen, gewapend met een zaag en een houweel een pad vrij te hakken, maar dat is moeilijker dan het lijkt.

Halverwege de middag stappen we in de auto en zoeken naar een plek in de rivier om te zwemmen. We vinden er een net voorbij Jubrique, waar ze een paar uur kunnen spartelen in een stroomversnelling.

Na het avondeten valt het duister (en daarmee ook de koelte) in en steken we in de woonkamer de kaarsen en de houtkachel aan. We slaan dekens om ons heen en verzamelen om het vuur om spookverhalen te vertellen. Net als ik een verhaal uit mijn duim zit te zuigen over een omgekomen houthakker, die geen rust kan vinden en nog ergens in het bos rondzwerft, steekt er een wind op en waait de buitendeur open. Het gegil is niet van de lucht en eigenlijk durft niemand de deur dicht te gaan doen. Gelukkig werpt Jonathan zich op. Als daarna iedereen zijn bed opzoekt blijft het nog lang onrustig in het Spaanse berghutje…

 

Dag 10 – Zondag 28 april [Jubrique]

Het is een warme dag. Ik onderzoek of het een optie is om naar Charco Azul te gaan: een verborgen plek in het bos waar watervallen een azuurblauw bassin in kletteren. Maar het is ruim een uur rijden, waarvan een groot deel over een bospad. We zien het eigenlijk niet zo zitten en de kinderen willen zo graag weer naar de rivier om in de stroomversnelling te spelen, dat dat is wat we doen.

’s Avonds verzamelen we weer met kaarsjes rond te haard. Dit keer om te zingen over angels-watching-over-me-my-lord en de rivier de Rhone, wat de nachtrust iets meer ten goede komt dan de spookverhalen 😉

 

Dag 11 – Maandag 29 april [Jubrique -> Los Caños de Meca]

We vertrekken uit Jubrique richting de zuidkust. De weersvooruitzichten zijn prima (ca. 23 graden), dus we kunnen ons opmaken voor een paar dagen bakken. We rijden nog een stukje langs de Middellandse zee, waar we rond de lunch stoppen in Castillo de la Duquesa en de kinderen even lekker een duik kunnen nemen. En nu we er zo dichtbij zijn willen we ook het meest zuidelijke punt van het Europese vasteland aandoen, bij Tarifa. We waaien er bijna uit onze teenslippers, maar de kinderen willen graag zwemmen in de straat van Gibraltar en dat kan in een kleine baai. De ferry vanuit Tanger (Marokko), dat we aan de overkant zien liggen, komt aangevaren en deze zorgt voor hoge golven.

Langs de kust van de Atlantische Oceaan rijden we een prachtige route richting het hippie-achtige surfersdorpje Los Caños de Meca. Hier verblijven we voor drie nachten in hostal Las Acacias, op een steenworp afstand van het strand. De kamers zijn om een tuin gelegen, maar verder zijn er geen faciliteiten. Ik vraag bij de receptie waar we thee kunnen zetten en onze natte zwemkleren kunnen uithangen, maar ze spreken alleen Spaans en met Google Translate kunnen ze niet goed overweg. Er zit voor de moeders niets anders op dan zittend in de avondzon op de drempel van de kamer een glaasje wijn te schenken in de bekertjes die eigenlijk bedoeld zijn om je mond te spoelen na het tandenpoetsen.

De mensen van het hostal moeten begrepen hebben dat we niet helemaal op onze plek zitten, want ze sturen twee pubermeiden die wat gebrekkig, giechelend Engels spreken en ons een gratis upgrade komen aanbieden: we mogen een 8-persoons huisje betrekken in de hoek van het terrein. Inclusief keukentje en wasmachine. Blijdschap!

Als we reizen nemen we altijd wat kleine cadeautjes uit Holland mee voor mensen die iets aardigs voor ons doen. (Tip: Blikjes boterbabbelaars zijn geen goed idee, bleek toen vorig jaar in het warme Italië de snoepjes waren samengesmolten tot een grote, ingeblikte massa.) Dit jaar had ik wat koelkastmagneetjes met Hollandse klompjes erop gescoord. We hebben er een achtergelaten voor Raissa, de juriste uit Almadén. Alex, onze klim-gids in El Chorro kreeg er ook een. En ook de meneer van Los Acacias bieden we er een aan als dank voor de upgrade. We verstaan elkaar niet, maar hij neemt de kleine klompjes aan met zijn eeltige knuisten en en kijkt er vertederd naar. Helemaal uit Holland…

 

Dag 12 – Dinsdag 30 april & Dag 13 – Woensdag 1 mei [Los Caños de Meca]

Deze dagen plannen we niks, behalve op het strand liggen. Het is niet voor niks een surfersparadijs hier: er staat een stevige, maar aangename wind die de zee opstuwt tot fijne golven voor de kinderen om in te spelen. ‘S avonds de traditionele skinnydip in het donker. Behalve op dinsdagavond, dan zitten Tijm en ik in het huisje aan de radio 1-app gekluisterd, want Ajax speelt halve finale Champions League uit tegen de Spurs. (Voor de liefhebbers: uitslag 0-1.)

 

Dag 14 – Donderdag 2 mei [Los Caños de Meca -> Alcalá de Guadairá]

De dag is gekomen om de reis terug richting Sevilla in te zetten. Het idee is om op de weg daarheen Cadiz nog aan te doen: een oud Moors vestingstadje dat we anders niet in onze route gepropt kregen. Het eerste dat je al van verre ziet is de imposante brug die de stad met het vasteland verbindt. Denk: Erasmusbrug XL.

In Cadiz wandelen we door de smalle straatjes en eten tapas op Plaza Mentidero en hoewel het vandaag weer wat bewolkt is, zorgt de grote fontein naast het terrasje voor wat verkoeling.

Het valt me op dat vooral de dames op het terras een rozerood drankje met een flinke schijf citroen erin nuttigen. Ik laat me door een drietal vriendelijke meiden (die ook gewoon Engels spreken, een uitzondering!) vertellen dat het tinto de verano a.k.a. red summer wine wordt genoemd en eigenlijk niets anders is dan rode wijn met sprite. Van een van de meiden mag ik een slokje proeven. Ga ik thuis ook maken! Helaas de mageetklompjes in de auto laten liggen L

Aan het einde van de middag rijden we naar Alcalá de Guadairá, waar we voor de laatste nacht een hotel redelijk in de buurt van de luchthaven hebben geboekt. Als afsluitend diner gaan we naar de Mac om nog één keer een broodje hamburger met geitenkaas en gekarameliseerde uien te eten. En dan naar bed, de wekker staat op 03:59u.

 

Dag 15 – Vrijdag 3 mei [Alcalá de Guadairá -> Sevilla Airport -> Brussel Charleroi -> huis]

Op de luchthaven aangekomen droppen we de auto’s, checken de koffers in en krijgen een SMSje dat het vliegtuig vertraagd is. Zo’n uur of twee. Jammer, we hadden gewoon kunnen uitslapen tot zes! Nadat we onze koffer hebben opgehaald bellen we de shuttle service die niet langer dan 10 minuten op zich laat wachten en ons naar onze auto brengt die we daar twee weken eerder hebben geparkeerd.

Hiermee sluiten we onze geweldige rondreis door Andalusië af. De tijd is omgevlogen en ondanks dat het net gisteren lijkt dat we vertrokken, kunnen we nog amper bevatten hoeveel we allemaal hebben gezien en gedaan. Een ervaring en een rugzak vol verhalen rijker.

Eén gedachte over “ Roadtrip Spanje (Andalusie)

Reacties zijn gesloten.

Reacties zijn gesloten.